Het De La Motte kasteel in Noszvaj is de sieradenkist van de barokke kasteelarchitectuur in Hongarije. Het is een illusionistisch gebouw dat de bezoekers verwelkomt met een tentoonstelling over de geschiedenis van het kasteel. Het pittoreske park rondom heet u welkom.
De geschiedenis van het De La Motte kasteel
Het De La Motte kasteel staat in een park van 25 hectare midden in Noszvaj. Het is gebouwd in de stijl van Lodewijk XVI. János Povolni ontwikkelde de bouwplannen in opdracht van de familie Szepessy. Het kasteel is tussen 1774 en 1778 gebouwd.
De familie verkocht het kasteel in 1782 aan Anna Vécsey en Antal de la Motte. De bijbehorende taverne, de molen, het slachthuis, de weilanden, wijngaarden, akkers en alle pachtcontracten en gebouwen werden voor 11.000 forint mee verkocht.
De reden voor de verkoop van het kasteel was het overlijden van Samuel Szepessy’s vader. Hierdoor verhuisde hij van Noszvaj naar Sály. Hij wilde voorkomen dat de lege, kostbare gebouwen verloren zouden gaan.
De definitieve voltooiing en decoratie van het De La Motte kasteel vonden plaats onder de nieuwe eigenaar. Dit blijkt uit de beschilderde luifels, die Versailles tonen, in de entreehal op de begane grond. Waarschijnlijk weerspiegelt dit de nostalgie en heimwee van de markies.
Een smeedijzeren poort scheidt het kasteelterrein van de straat. Op de poort staat een eenhoorn die het wapen van de Almásy-familie draagt.
Het De La Motte kasteel is een illusionistisch gebouw
De kapel
Vanuit de entreehal op de begane grond komt u bij de kapel. Deze werd in 1802 gecreëerd voor de familie en de weinige katholieken uit het dorp. Het plafond van de hal op de bovenverdieping is versierd met een fresco dat de triomftocht van Aurora verbeeldt. Het is in 1778 geschilderd door János Lukács Kracker.
De zijwanden zijn versierd met karikaturen en spotprenten van Romeinse goden. U ziet Venus, Apollo, Diana, Mars, Euterpe en Mercurius.
De balzaal
Door de middelste deur in de hal betreedt u de balzaal. U ziet er een schilderij in seccotechniek dat een scène van wijnplezier afbeeldt. Het is geschilderd door György Szikora, een kunstenaar uit Eger, in 1778.
Op de muren zijn nissen geschilderd in Lodewijk XVI-stijl met versierde vazen vol bloemen. Het is het werk van József Zach. De originele kachel in Lodewijk XVI-stijl in de balzaal werd gemaakt door Károly Magner, een pottenbakker uit Győr.
Vanuit de balzaal komt u bij het kamertje op de bovenverdieping van de noordelijke hoekrisaliet, de zogenaamde vogelkamer.
Het kasteelpark van het De La Motte kasteel
Van de gebouwen in het park zijn de meest opmerkelijke de wintertuin en het gebouw van de Franse garde. De wintertuin stamt uit 1810. Het staat in de zuidelijke hoek van het park. Vroeger stonden er palmbomen, sierstruiken en bloemen. Naast de wintertuin was er een in de rotsen uitgehouwen kapel.
Op het dak van de wintertuin vindt u een terras met een prachtig uitzicht. Het wordt omringd door een sierlijk smeedijzeren hekwerk. In het hekwerk staan de initialen A, J en H, C. Ze geven de namen en bezittingen van Almásy János en Haller Cecília, de opvolgers van de markies, weer.
Na de dood van de markies werd het kasteel eigendom van zijn eerstgeboren zoon, Almásy János. Het De La Motte kasteel in Noszvaj werd hun permanente woonstee. Als kunstliefhebbers nodigden ze ook Déryné uit, die destijds in Eger verbleef. Een geschreven document getuigt hiervan. Het vermeldt daarnaast de betaling van een honorarium. Déryné was ongetwijfeld niet de enige kunstenaar die het kasteel bezocht.
István Steinhauser en het De La Motte kasteel
In de herfst van 1869 kocht István Steinhauser het kasteel en het hele Almásy-landgoed voor 96.000 forint. Hij schonk het als bruidsschat aan zijn dochter Berta, die in 1878 trouwde. Zo kwam het kasteel in handen van een nieuwe eigenaar, Steinhauser Berta, en haar man, generaal Gallasy Gyula.
Tot 1900 diende het De La Motte kasteel als verblijfplaats van de familie Gallasy. Daarna verhuisden ze naar een nieuw gebouw naast het Berta-landgoed. Na de dood van Gallasy Gyula kwam het Almásy-kasteel in handen van zijn jongste zoon, die er alleen in de zomermaanden verbleef.
Het echtpaar Drake
Uiteindelijk werd het in 1930 verkocht. De nieuwe eigenaren waren het echtpaar Balla en Benteley Drake, die het kasteel tot 1944 in bezit hadden. Daarna volgden er 12 “oorlogsjaren”, totdat het in 1956 – 1957 werd gerenoveerd en omgebouwd tot een vakantieverblijf.
Het was toen dat de bijna tweehonderd jaar oude fresco’s voor het eerst zijn gerestaureerd. Ze waren door het gebruik van kaarsen en olielampen ernstig aangetast. Ook waterschade en het ongeschikte gebruik van het gebouw hadden aanzienlijke schade toegebracht aan zowel de fresco’s als de parketvloer.
In 1972 is het kasteel overgenomen door de Raad van het district Heves. Het is gerestaureerd. Ook zijn de fresco’s opnieuw gerestaureerd. Nu staat staat het ter beschikking van bezoekers als een kasteelmuseum.
