Het Duna-Dráva nationale park loopt over de zuidgrens van Hongarije. Het is een van de meest onberoerde landschappen van Europa.
- Sfeerimpressie van het Duna-Dráva nationale park.
Duna-Dráva is waterrijk
Het Duna-Dráva nationale park is in 1996 opgericht. Het ligt in drie van de zuidelijke provincies van Hongarije: Somogy, Baranya en Tolna.
Vooral de Baranya is populair bij Nederlanders om te gaan wonen en vakantie te vieren vanwege de prachtige Mecsek, de stuwmeren van Orfü en de cultuurstad Pécs.
Hieronder staat een korte beschrijving van de gebieden.
Het Gemenc overstromingsgebied
Gemenc is bebost gebied. Het is het grootste overstromingsgebied van Hongarije. Het bewaakt de vroegere rivierbeddingen van de Donau.
Gemenc ligt in de Sárköz, het gebied naast de Donau. Eigenlijk hoort dit bij de Grote Hongaarse Laagvlakte. Omdat het gebied zo ontoegankelijk was, zijn de oeroude bossen intact gebleven.
Mede daarom zijn er vele dieren te vinden: zwarte ooievaars en de witstaart adelaar bijvoorbeeld. Maar Gemenc is vooral beroemd door de vele herten die er leven.
Béda-Karapancsa
Béda-Karapancsa ligt onderaan in Hongarije bij de Donau. Ook hier komt u de witstaart adelaar en de zwarte ooievaar tegen.
Bovendien is het een overwinteringsgebied voor eenden en ganzen. Verder leven hier de wilde kat, vele otters en damherten.
De Donau is grotendeels ongereguleerd in Duna-Dráva. Haar flora en fauna zijn ongeëvenaard rijk. Er leven zeker 100 beschermde plantensoorten in de rivierbedding.
De Dráva uiterwaarde
De uiterwaarden van de Dráva worden onderbroken door vele vijvers en riviertjes. Het heldere water van de Dráva is zeer geschikt voor vis: er leven meer dan 53 verschillende soorten.
Uiteraard trekken de vis en de natuur veel vogelsoorten, waaronder reigers. In het voorjaar en de herfst is dit gebied een doortrekplaats voor vogels die de warmte opzoeken.
Tientallen jaren geleden waren in dit deel van Hongarije nog veel meer vogels. Het bewijs daarvoor vindt u in het Mattyi Vogel Monument Park. Net als de andere nationale parken een ideale plek voor vogelaars en natuurfotografen.
Het Barcsi Borókás
Het Barcsi Borókás is gevormd door het kappen van de eikenbomen en intensieve begrazing. Het veelkleurige landschap kent vennen, elzenbomen en waterpartijen. Dit wordt afgewisseld met graslanden en bossen.
Dit is de enige plek in het Karpatenbekken waar u de Koninklijke varen tegenkomt. Ook vindt u er veel kleurige andere bloemen en planten.
Een groter avontuur, of nog spannender recreatie mogelijkheden dan in deze fascinerende natuur is moeilijk voor te stellen.
Het Lankóc bos
Het Lankóc bos in het Duna-Drava Nationale Park is een van de weinige bewaard gebleven bossen aan de rivier. De meeste zijn in vroeger tijden gekapt, of verdwenen door regulering van de rivier.
Deze plek is waar de witte en zwarte ooievaar en de bedreigde kwartelkoning hun voedsel vinden.
Toch zijn er vele excursies mogelijk: duiken in zandafgravingen, foto excursies en tours met professionele gidsen.
Zákány-Örtilos
Het Zákány-Örtilos gebied is het meest interessante deel van het Duna-Dráva park vanuit botanisch oogpunt.
U vindt er beukenwouden, eikenbossen, elzen en essen zoals u ze nergens anders in Hongarije zult vinden.
Behalve natuur is veel meer te beleven. Sellye, bijvoorbeeld, de oudste nederzetting in dit gebied. Hier bezichtigt u het Draskovich kasteel.
Of u gaat van de wijn nippen in de belangrijke wijnstraat van Villány.
Het Duna-Dráva nationale park is vernoemd naar de rivieren Donau en Drau. Het beslaat 6 gebieden, verspreid over 3 provincies. Het is een jong park, maar zeker een interessant stukje Hongarije voor de natuurliefhebber. De zuivere lucht en weelderige flora en fauna zullen menig natuurhart sneller doen slaan. Dat maakt Duna-Dráva tot een bijzonder nationaal park.